Oorzaken van clusterhoofdpijn

Oorzaken van clusterhoofdpijn

Clusterhoofdpijn vindt zijn oorsprong in de hypothalamus. De onderliggende mechanismen zijn echter onvoldoende duidelijk. De huidige theorieën schuiven mechanismen naar voren zoals vasculaire dilatatie (vaatverwijding), trigeminale-zenuwstimulatie en circadiane (biologisch ritme) effecten. Ook de caverneuze sinus zou een rol kunnen spelen. Tot slot zou clusterhoofdpijn het gevolg kunnen zijn van een antihistamine respons.

Een disfunctie in de activiteit van de hypothalamus maakt duidelijk waarom clusterhoofdpijn samengaat met craniale autonome functies. Dit mechanisme kan eveneens de ondraaglijke pijn verklaren. Een belangrijke functie van de hypothalamus is immers de controle van het ritme van het hypocretinesysteem. Hypocretine-1 en hypocretine-2 zijn neurotransmitters die belangrijk zijn bij de modulatie van pijn. Hypocretine-1 remt de pijnreceptie in de trigeminale nucleus van de hersenstam, terwijl hypocretine-2 de pijnrespons doet stijgen.

Tijdens een aanval van clusterhoofdpijn gaan de bloedvaten verwijden als gevolg van een complex proces. Tijdens een aanval van clusterhoofdpijn worden neuropeptiden vrijgegeven die het trigeminovasculaire systeem en het parasympathisch zenuwstelsel activeren waardoor de patiënt pijn ervaart zonder aanwijsbare oorzaak. De trigeminale zenuw heeft uitlopers met een sensorische functie rond de ogen, in het voorhoofd en de voorkant van de oogschelp, in de bovenkaak en de tanden.

Circadiane effecten zijn betrokken bij het slaap- en waakritme. Dit kan verklaren waarom clusterhoofdpijn gerelateerd is aan het circadiaans ritme en de circannuale activiteit. Circannuale activiteit is een bepaald ritme met cycli van een jaar.

Bij een volgende theorie is de caverneuze sinus betrokken. Sommige studies schuiven een terugkerende lokale aseptische vasculitis naar voren. De caverneuze sinus is een verzameling van dunwandige aders die een holte vormen die door het slaapbeen en het wiggenbeen wordt omringd. Deze theorie stoelt op een inflammatoir proces.

Tot slot zou een antihistamine respons een aanval van clusterhoofdpijn kunnen induceren. Histamine is betrokken bij diverse fysiologische processen en speelt een rol in het maag-darmkanaal en het centrale zenuwstelsel. De stof fungeert als neurotransmitter en heeft een functie in het afweersysteem. Tijdens een aanval van clusterhoofdpijn wordt histamine in hogere concentraties aangetroffen in het bloed, maar behandeling met antihistamine medicatie heeft geen significant effect. De rol van histamine binnen deze neurologische aandoening is dus nog niet volledig begrepen.