Diagnostische criteria

Diagnostische criteria clusterhoofdpijn

  • Meerdere aanvallen per dag
  • Kortdurende aanvallen van vijftien minuten tot drie uur
  • Terugkerend in vlagen (één à twee keer per jaar) van zes tot twaalf weken
  • Minstens drie maanden van remissie voor de volgende aanval
  • Eenzijdig, meestal rond het oog of de slaap
  • Rood of tranend oog, lopende of verstopte neus, hangend ooglid
  • Agitatie

De criteria voor chronische clusterhoofdpijn zijn dezelfde als die voor de episodische variant, maar in dat geval is er geen periode van remissie. Een patiënt met chronische clusterhoofdpijn kent dus nooit een maand zonder hoofdpijn.

Clusterhoofdpijn is weinig bekend, ook bij artsen. Doordat de aanvallen zo kort zijn, duurt het vaak lang voor de juiste diagnose gesteld wordt. Bij de meerderheid van de hoofdpijnpatiënten vindt er dan ook een foute diagnose plaats. De hoofdpijnaandoening wordt vaak verward met migraine zonder aura, sinusitis of trigeminusneuralgie. De tijdspanne tussen de eerste clusterhoofdpijn aanval en een onderzoek bij een neuroloog ligt dan ook tussen de vier en de tien jaar. Na dit onderzoek kan het tot een jaar duren alvorens de definitieve diagnose van clusterhoofdpijn wordt gesteld. Elke clusterhoofdpijn patiënt heeft zijn eigen ritme, zijn eigen triggers, zijn eigen beleving en zijn eigen reactie op medicatie. Waar de één baat bij blijkt te hebben, werkt niet noodzakelijk voor de andere.

Tijdens een neurologisch onderzoek wordt gekeken naar lichamelijke symptomen zoals verkleinde pupillen of een afhangend ooglid. Clusterhoofdpijn kan ook het gevolg zijn van een onderliggende aandoening. De arts kan bepaalde diagnostische tests voorstellen om een tumor of een aneurysma uit te sluiten. De meest gebruikelijke beeldvormende onderzoeken zijn de CT-scan en de MRI.

Ervaring leert dat het geen overbodige luxe is om meteen een goede hoofdpijnspecialist of neuroloog te raadplegen. Dit om de eenvoudige reden dat de meeste huisartsen en neurologen zelden een clusterhoofdpijn patiënt in hun praktijk zien vanwege het zeldzame karakter. Indien ze toch de symptomen van clusterhoofdpijn herkennen, schrijven ze vaak niet meteen de juiste medicatie voor, waardoor de patiënt onnodig langer pijn lijdt.

Bereid je als hoofdpijn patiënt goed voor op een consultatie zodat je sneller geholpen wordt. Dit kan je doen door een hoofdpijndagboek bij te houden. De observaties in het hoofdpijndagboek zullen het de behandelend arts gemakkelijker maken om sneller en efficiënter een diagnose te stellen. Aanvragen voor zuurstof of Imitrex kunnen enkel via een neuroloog, voorschriften kunnen door de huisarts geschreven worden.